Nederlandse glasvezeldekking in Europese middenmoot

Nederlandse glasvezeldekking in Europese middenmoot

Als je de berichten over de voortgang van de verglazing in Nederland bekijkt, dan lijkt het alsof wij hard op weg zijn. Dat is ook wel zo, maar vergeleken met de rest van Europa staan we hooguit in de middenmoot. Wij doen het weliswaar veel beter dan onze directe buurlanden, maar vergeleken met Scandinavië en Zuid-Europa lopen we echt achter.

In Nederland werken KPN, T-Mobile en DELTA al jaren hard aan het aansluiten van huishoudens en bedrijven op hun glasvezelnetwerken. Te ‘teller’ staat inmiddels op ruim vier miljoen aangesloten adressen. Dat is, zo blijkt uit een inventarisatie van de FTTH Council en de Telecoms Outlook van ING, net niet de helft (49%) van alle adressen in ons land.

Spanje het best verglaasd, België het slechtst
Procentueel gezien, van de vijftien landen waar deze inventarisatie is uitgevoerd, zijn Spanje (88,6%), Portugal (86,8%) en Zweden (83,8%) de drie koplopers. Onderaan de lijst staat België, waar net iets meer dan een op de tien adressen (11,7%) inmiddels een glasvezelaansluiting heeft. Ook in Duitsland (22,1%) en Groot-Brittannië (26,8%) moet nog veel glasvezelkabel getrokken worden. Nederland is met 49 procent dus een goede middenmoter.

Kijken we naar het aantal adressen dat in de vijftien Europese landen nog van glasvezel voorzien moet worden, dan staat Nederland ook in de middenmoot. Nog 4,1 miljoen adressen en heel ons land is verglaasd. In Duitsland moeten nog ruim 32 miljoen adressen voorzien worden van glasvezel voordat die doelstelling bereikt is. Andere landen waar nog flink gegraven moet worden zijn Groot-Brittannie (21,1 miljoen adressen), Italië (13,7 miljoen) en Frankrijk (9,9 miljoen).

In België, dat natuurlijk een stuk kleiner is, ook qua inwoneraantallen, wachten nog 4,4 miljoen adressen op glasvezel. Denemarken, Ierland en Zweden hebben al bijna alle adressen van glasvezel voorzien. In die landen moeten respectievelijk nog zo’n 700.000 (Denemarken en Ierland) en 800.000 (Zweden) adressen aangesloten worden.

Ruim de helft gebruikt glasvezel
Een ander aspect waar naar gekeken is, is het aantal adressen waar – nadat ze op glasvezel aangesloten zijn – ook daadwerkelijk een abonnement wordt afgenomen. In 2013 lag dat nog op iets minder dan een derde (30%). Eind 2021 was dat percentage bijna verdubbeld, tot 55 procent.

Dat is goed nieuws voor de verschillende glasvezelproviders. Zij investeren immers miljarden in de verglazing van Nederland. In alle steden en dorpen wordt weliswaar, voorafgaand aan de start van de verglazing, een enquête gehouden om te bepalen hoeveel mensen geïnteresseerd zijn in glasvezel. Maar dat biedt geen garantie dat die geïnteresseerden uiteindelijk ook daadwerkelijk een abonnement afnemen.