Digital Video Broadcasting of DVB is een open standaard voor digitale televisie. Om als consument digitale televisie te kunnen ontvangen is een decoder nodig die de signalen omzet naar een TV-signaal. Zo'n decoder wordt vaak 'settopbox' genoemd. De decoder wordt geplaatst tussen de aansluiting en de televisie.
De decoder kan ook in de televisie zijn ingebouwd. Hedendaagse televisies worden vaak verkocht met een ingebouwde DVB-T ontvanger en CI+ interface voor de decryptie. De wat duurdere modellen vaak ook met DVB-S en DVB-C.

DVB-C
DVB-C(able) is digitale televisie via de televisiekabel. DVB-C maakt gebruik van dezelfde kanalen op de kabel als de analoge TV gebruikt voor het verzenden van een TV-programma. In een dergelijk kanaal wordt een digitaal signaal verstuurd die kan worden gebruikt voor meerdere digitale TV-kanalen, radio of data diensten. De digitale televisiekanalen zijn gecomprimeerd zodat deze aanzienlijk minder ruimte in beslag nemen.

DVB-T
DVB-T(errestrial) zendt uit via zendmasten en is dus draadloos te ontvangen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een kleine binnenantenne. Nadeel is dat als er te weinig signaal is, het beeld bevriest of zwart wordt. Door het gebruik van sterke digitale compressietechnieken kan de beeldkwaliteit lager worden dan bij andere digitale technieken of zelfs analoge televisie.

DVB-S(2)
DVB-S(atellite) is digitale televisie via een satelliet i.c.m. een schotelantenne. Hierdoor is sublieme beeld- en geluidskwaliteit mogelijk. Een nadeel is dat voor satellietontvangst een 'line of sight' verbinding nodig is tussen schotelantenne en satelliet. Er mogen dus geen gebouwen of andere obstakels in de weg staan tussen de schotelantenne en satelliet.